De huidige NOW-regeling voorziet in een gedeeltelijke loonkostencompensatie van een onderneming als er sprake is van tenminste 20% omzetdaling. De oorspronkelijk regeling betreft een compensatie voor de loonkosten over de maanden maart, april en mei 2020. Het kabinet heeft de NOW-regeling inmiddels verlengd voor de maanden juni, juli en augustus. Hierbij geldt in basis dezelfde systematiek van tegemoetkoming, maar zijn er ook wat wijzigingen aangebracht. Die wijzigingen zijn voor een deel ook al van toepassing op de eerste fase NOW over maart-mei. Aanvragen van de verlengde NOW regeling kan vanaf 6 juli 2020 bij het UWV.

Referentie maand loonsom
In de eerste fase van de regeling was de loonsom van januari 2020 de referentiemaand om de compensatie te berekenen. In de tweede fase van de regeling wordt dat de loonsom van maart 2020.

Hoogte tegemoetkoming
De hoogte van de tegemoetkoming blijft afhankelijk van de omzetdaling, waarbij de compensatie maximaal 90% van de loonkosten bedraagt. In de eerste fase werd een opslag van 30% voor de overige werkgeverslasten (vakantiegeld, pensioenpremie en sociale verzekeringspremies) gehanteerd. Die opslag wordt in de tweede fase verhoogd tot 40%.

Meetperiode omzetverlies
Het omzetverlies wordt berekend over een driemaandsperiode die start op 1 juni, 1 juli of 1 augustus. Deze driemaandsperiode moet in ieder geval aansluiten bij de omzet meetperiode die in de eerste NOW-fase is gebruikt.

Seizoensbedrijven
Tegelijkertijd is er, ook voor de eerste fase, een belangrijke wijziging doorgevoerd die is bedoeld voor seizoenbedrijven. In bepaalde gevallen kan dit ook gunstig uitpakken voor andere ondernemingen. Namelijk, als de loonsom over maart-mei hoger is dan 3x de loonsom over januari, dan wordt deze hogere loonsom gebruikt bij vaststelling van de subsidie. Hierbij wordt de loonsom van april en mei altijd gemaximeerd op de loonsom van maart. Als gevolg van deze wijziging is de aanvraagtermijn voor de eerste NOW-fase verlengd tot en met 5 juni 2020.

Overgenomen ondernemingen
Voor ondernemingen die voor 29 januari 2020 een andere onderneming hebben overgenomen is de NOW-regeling niet goed toepasbaar gebleken. De omzetdaling in 2020 vergelijken met 25% van de omzet in 2019 levert vaak geen betrouwbaar beeld van de werkelijke omzetdaling op. Voor deze situaties wordt het mogelijk gemaakt om de omzetdaling op een andere manier te berekenen, namelijk op dezelfde manier de al bestond voor ondernemers die na 1 januari 2019 hun onderneming gestart zijn.

Verbod op winstuitkeringen en bonussen
Een bedrijf dat gebruikt maakt van de NOW mag in 2020 geen winstuitkering aan aandeelhouders doen, geen bonussen aan het bestuur uitkeren en geen eigen aandelen inkopen.

Ontslag om bedrijfseconomische redenen
In de tweede fase van de NOW wordt de ontvangen tegemoetkoming gecorrigeerd als medewerkers om bedrijfseconomische reden worden ontslagen, maar de tegemoetkoming wordt niet extra verlaagd. Deze ‘boete voor ontslag’ van 50% zoals die in de eerste fase bestond is in de tweede fase komen te vervallen. Bedrijven verklaren bij de NOW aanvraag dat zij overleggen met vakbonden als er voor meer dan 20 medewerkers ontslag om bedrijfseconomische redenen wordt aangevraagd.

Bij- en omscholing
Werkgevers zijn verplicht om hun werknemers te stimuleren om aan bij- en omscholing te gaan doen. Werkgevers verklaren dat bij de aanvraag van de tweede NOW fase. Het kabinet stelt hiervoor via het programma ‘NL leert’ geld beschikbaar waarmee medewerkers kosteloos online scholing en ontwikkeladviezen kunnen volgen.

Aanvragen
Aanvragen van de tweede NOW fase kan vanaf 6 juli 2020 bij het UWV. De eerste fase van de NOW regeling wordt niet automatisch overgezet in de verlengde regeling, maar hiervoor is opnieuw een aanvraag nodig.

Grens overleggen accountantsverklaring
Vanaf 7 september 2020 kan om vaststelling van de definitieve tegemoetkoming worden gevraagd voor beide NOW fases samen. Daarbij is een accountantsverklaring nodig voor bedrijven die een voorschot hebben ontvangen van € 100.000 of meer, of als de definitieve tegemoetkoming op € 125.000 of meer wordt vastgesteld. Deze bedragen gelden per concern. Als er geen sprake is van een concern dat geldt deze grens per individueel loonheffing nummer.

In de gevallen waarbij geen accountantsverklaring vereist is zal een steekproefsgewijze controle plaatsvinden. Werkgevers zijn verantwoordelijk voor de informatie die bij de aanvraag en de vaststelling wordt verstrekt, en zij moeten een controleerbare administratie bijhouden. Een zogenaamde derdenverklaring is nodig voor alle gevallen waarbij het voorschot € 20.000 of meer bedraagt of als de definitieve tegemoetkoming op € 25.000 of meer wordt vastgesteld. In deze derdenverklaring bevestigt een derde de omzetdaling. Deze derde hoeft niet persé een accountant te zijn, maar kan ook een andere financieel dienstverlener zijn.

 

Bron: FLOW accountants